Anatomie van een lettertype
Deze begrippen beschrijven de verschillende onderdelen van een lettertype. Deze termen, en de delen van de letter die ze beschrijven, worden de ‘anatomie van een lettertype’ genoemd. Door de letters in kleine elementen op te breken, kan iedereen begrijpen hoe deze gecreëerd worden.
In dit blog vind je ook de namen van de onderdelen van het basis grid van een font. Deze informatie is wellicht gesneden koek voor ons type designers en vormgevers. Voor velen is dit niet zo.
Stoere Binken Design ontwerpt custom fonts voor Nederlandstalige bedrijven. Dit blog over de anatomie van een lettertype is belangrijk voor bedrijfseigenaren en hun marketing afdeling.
In dit blog artikel lees je waarom custom fonts belangrijk zijn voor MKB bedrijven.
Nederlandstalige anatomie van een lettertype
Tussen haakjes vind je de Engelse begrippen van de elementen van de letteranatomie. De type design industrie is Engelstalig, maar om deze informatie hier toegankelijk te maken hebben wij een Nederlandstalige versie gemaakt.
Een aantal van deze begrippen, of de context waarin ze plaatsvinden, vind je ook op onze Typografie begrippenlijst.
Het basis grid
Metrieken (Metrics)
Metrieken zijn maateenheden die gebruikt worden binnen de moderne grafische industrie, onder andere om de grootte van lettertypes en regelafstanden aan te geven.
Type designers ontwikkelen een set afmetingen met een lettertype, “metrics” genaamd, die de ruimte rond elk letterteken (glyph) in het lettertype beschrijven.
De metrics worden ook wel eens de “bounding box (bbox)” genoemd, de ontwerpruimte van de letter. De hoogte is voor het complete font gelijk, maar iedere letter heeft links en rechts zijn eigen optische witruimte.
De term bounding box is afgeleid uit de klassieke typografie. Het is het loodblokje waarop het letterteken stond.
Basislijn (Baseline)
De onzichtbare lijn waarop de letters zitten. De basislijn wordt ook de letterlijn genoemd.
Kapitaalhoogte (Uppercase height)
De letterhoogte van de hoofdletter, gemeten aan de hoogtemaat.
Staartlengte (Descender length)
De afmeting van de staart die uitsteekt onder de basislijn. Staartletters uit een lettertype zijn: g, j, p, q, ij, y.
Stokhoogte (Ascender height)
De afmeting van een letter gemeten vanaf de onderkant van de x-hoogte (de basislijn) tot het uiteinde van de stok van die letter. Stokletters uit een lettertype zijn: b, d, f, h, k en l.
x-hoogte (x-height)
De hoogte van de onderkastletters zonder stok of staart, zoals de kleine letter x.
Corps (Corps)
In de typografie wordt de grootte van de letter aangeduid met de term ‘corps’. Het corps van een lettertype bestaat uit [ stok + x-hoogte + staart ], dus de fysieke totale ruimte die een lettertype in de hoogte inneemt. Het corps wordt meestal uitgedrukt in punten. Het probleem is dat er verschillende definities van het begrip ‘punt’ bestaan. Zo zijn er Pica-punten, Didot-punten en fractionele punten.
Anatomie van een lettertype elementen
Arm (Arm)
Een korte horizontale dwarsstreep die niet verbonden is aan één of beide uiteindes. Bevind zich in de letters E, F, L, T, of schuin in de letters Y en K.
Been (Tail)
Het decoratieve gebogen been van een hoofdletter Q, R en K. De benen van de kleine letters g, j, p, q en y worden soms ook Staart (Descender) genoemd.
Boog (Bowl)
Het gebogen deel van het letterteken dat de ronde of gebogen delen (Pons – Counter) van sommige letters omsluit, zoals a, d, b, o, D en B.
Dwarsstreep (Crossbar)
Een horizontale dwarsstreep die twee balken met elkaar verbindt, zoals in de de A en H, of eenvoudige streken die de stam van de f en t kruist.
Finial (Finial)
Een geknepen of gebogen uiteinde van een schreefloze lijn, bijvoorbeeld aan het uiteinde van de a, c en e.
Haarlijn (Hairline)
De dunne delen van een schreef lettertype. Deze haarlijnen zijn mede bepalend voor het contrast van het lettertype en de leesbaarheid.
Kleinkapitaal (Smallcaps)
Kapitalen die in een kleinere grootte gezet zijn dan de gewone kapitalen van het betreffende lettertype. Dit zijn kleine versies van kapitalen, speciaal ontworpen zodat ze passen bij het lettertype.
Kleinkapitalen zijn in de regel iets hoger dan de x-hoogte van onderkast letters. De vetheid wordt aangepast zodat ze passen bij de rest van de lettertekens. Als je namelijk kapitalen lineair verkleind worden ze te licht ten opzichte van de rest van de lettertekens. Dit moet optisch gecorrigeerd worden.
Stoere Binken Design is specialist in het ontwerpen en produceren van custom fonts voor bedrijven
Wij kunnen deze ontwerpen op basis van een reeds bestaande branding, maar we kunnen ook een custom font ontwikkelen binnen een nieuwe branding die we voor jou maken. Wij hebben een speciaal concept ontworpen om custom fonts voor het MKB betaalbaar te maken! Deze anatomie van een lettertype helpt jou als klant op weg zodat we samen dezelfde taal spreken.Ligatuur (Ligature)
Eén of twee letters die samengevoegd zijn tot een nieuwe letter. Dit kan zowel een functionele- als stylistische functie hebben.
Lus (Loop)
De (deels) ingesloten pons van een ‘double-story g’ die onder de basislijn uitsteekt.
Neerhaal (Diagonal stroke)
Een diagonale dwarsstreep.
Onderkast (Lowercase)
De letters met een kleinere vorm in een lettertype.
Oor (Ear)
Een smalle dwarsstreep die rechtsboven uitsteekt uit sommige onderkast g’s.
Opening (Aperture)
De gedeeltelijk omsloten ruimte van een lettervorm. Het betreft de afgeronde negatieve ruimte in sommige lettertekens zoals ‘n’, ‘C’, ‘S’, het onderste deel van ‘e’, of het bovenste deel van een double story ‘a’. Specifiek de opening naar de Pons (Counter).
Pons (Counter)
Volledig of deels omsloten ruimte binnen een letter, zoals de O, a, e en p. Letters met open ponzen zijn onder andere c, f, h, m, en s.
Schreef (Serif)
Het onderdeel van een lettertype dat aan de uiteindes van de letters uitsteekt. De schreef is een niet-structureel detail.
Schouder (Shoulder)
Een gebogen streep die uit een Stok (Ascender) of een andere verticale streep komt.
S-curve (Spine)
De gebogen basis streep van een de letters S en s.
Spur (Spur)
Een klein uitsteeksel aan een gebogen streep, zoals de hoofdletter G.
Staart (Descender)
Een verticale streep die naar beneden uitsteekt. Deze komen voor op onderkast letters die onder de x-hoogte uitsteken. Staartletters uit een lettertype zijn: g, j, p, q, ij, y.
Stam (Stem)
Primaire verticale balk. Vaak is dit de dikte van alle verticale delen van de letters, zoals o.a. de B, L, T, f, d, h, p.
Stok (Ascender)
Een verticale streep die naar boven uitsteekt. Deze komen voor op onderkast letters die boven de x-hoogte uitsteken. Stokletters uit een lettertype zijn: b, d, f, h, k, l, t.
Top (Apex)
De scherpe punten waar de balken van letters als A, M, W samen komen in een hoek van minder dan 90º.
Verbinding (Link)
De verbinding die de boven- en onderkant van een ‘double-story g’ met elkaar verbindt.
Vlag (Terminal)
Het einde van een balk zonder schreef, bijv. de top van de letter f.
De gebruikte lettertypes in dit artikel “Anatomie van een lettertype” zijn Corporaet (voor de schreefloze termen) en Reethi Rah (voor de schreef termen). Beide fonts zijn ontworpen door Stoere Binken Design creative director René Verkaart.
Meer informatie vind je op Characters Font Foundry, de persoonlijk typografie website van René Verkaart.
Wil jij ook jouw eigen brandfont laten ontwikkelen?
Ben je geïnteresseerd in een eigen huisstijl lettertype voor je bedrijf of product? Wij zijn specialist in custom type design voor MBK bedrijven. Vraag hier vrijblijvend een offerte aan.
Custom font offerte aanvragen